Zoals ik al eens beschreven heb de bergklimmers ontstaan in Catsop heb ik nog een foto van een latere datum gekregen van Thei van Mulken en wilde die graag publiceren
1 Chris Pepels 2 To Meeuwissen 3 Wil Deckers 4 Lucie Lacroix 5 Jo Kersemakers 6 Truus Derhaag 7 Pauline Derhaag 8 Thei van Mulken 9 Priem 10 Piet Lemmens 11 Mieke Pepels-Van Es
1 Wilhelmine de Wijs – Fastrich 2 Elly Boesten – de Wijs 3 Jan de Wijs 4 Herman de Wijs
Hier een kleine overzicht van de Fam. De Wijs, beginnend met mij Overgrootvader Johannes.
Geschiedenis Johannes de Wijs en Kinderen.
Overgrootvader Johannes de Wijs was eerst schipper en voer samen met zijn broer (Mathijs !!!) van Made Drimmelen via de Waal en de Rijn naar Duisburg (Ruhrort)
Overgrootvader heeft zijn vrouw leren kennen in Duisburg.
Zij werkte daar als dienstmeisje. (Wilhelmine Bergermann)
Overgrootmoeder kwam uit Oberhausen.
Bijna was overgrootvader verdronken toen hij van het schip viel.
Dit was de reden om zich uit te kopen en naar zijn geliefde Wilhelmine te gaan.
Beide hebben zich gevestigd in Oberhausen.
Daar hebben zij een gezin gesticht. (vijf zoons en een dochter)
In Duitsland is onze overgrootvader in de mijn (Bergbau) gaan werken, maar omdat daar weinig of geen sanitaire voorzieningen waren, kwam hij iedere dag zwart thuis dat vond hij maar niks voor zijn gezin daarbij was het ook nog eens ongezond (Longen).
Hij kocht 2 paarden en werd kolenhandelaar, maar hij had te weinig opdrachten, zodoende verkocht hij eigen gekweekte groente en fruit.
Het gezin incl. 5 jongens en een meisje is tijdens de 1e wereldoorlog voor 2 jaar naar Nederland (Vught) verhuisd.
(Periode 1915-1917). Daar heeft hij het hele gezin in het bevolkingsregister ingeschreven.
Na 1917 is het hele gezin weer teruggekeerd naar Oberhausen. (Kleine Strasse 5)
Mijn grootvader Herman (4) is in Nederland in dienst geweest net zoals zijn broer Frans. Na diensttijd keerde hij weer terug in Oberhausen. Daar heeft hij mijn grootmoeder leren kennen
Eind jaren 20 (1928 !!) is men verhuisd naar Nederland. (Geleen/Sittard/Elsloo) Mijn vader is heel lang enigst kind gebleven. Bijna achttien jaar later kwam er een zusje Elly.
Opa was volgens mijn vader een knutselaar maakte alles zelf, zelfs een kleine radio.
Opa werkte in de staatsmijn Maurits. In de loop der jaren werd hij ziek, stoflongen.
Hij is veel te vroeg gestorven, namelijk in het voorjaar 1953 op 49 jarige leeftijd, terwijl ik (Wil) in het najaar 1953 ben geboren.
Mijn oma woonde tot begin 1976 in Catsop op den Dries 48, daarna is zij verhuisd naar de stationsstraat 2(Flat).
Dit een klein beetje de geschiedenis van zoals jullie in Catsop zeggen van Vrouw de Wijs onze oma.
In de strijd rond de Indonesische onafhankelijkheid zette Nederland in de jaren 1945-1949 ruim 200.000 militairen in, onder wie 95.000 dienstplichtigen en 25.000 oorlogsvrijwilligers uit Nederland.
Waarvan 8 uit Catsop, deel uitmakend van de 1e Divisie ‘7 December’ en dus een reden om daar wat dieper op in te gaan. De basisinformatie kreeg ik van oom Gus Cobben. Hij kon vertellen wie er uit Catsop in Indië had gevochten en ook dat allen heelhuids naar huis zijn gekomen.
De volgende Catsopse jongens zijn in Indië geweest
1 Wim Engelen
Wim Engelen zat in de tweede wereldoorlog ondergedoken bij Fam. Van Asten in Meijel om zijn arbeitseinzats te ontkomen direct na de bevrijding is hij met Amerikaans leger opgetrokken tot Maagdenburg. Toen hij terug kwam wilde hij als vrijwilleger naar Indië maar hij was te jong zijn vader moest er voor tekenen wat hij niet graag deed hij werd ingedeeld bij een speciaal onderdeel van de stoottroepen
2 Gus Cobben
Gus Cobben
Gus Cobben
Zoals ze zeggen in Catsop hij moest voor zijn nummer gaan dus verplicht hij zat in de omgeving van Garut of zoals wij zeggen Garoet in Indië hij was bij het Bataljon 3-14 R.I
3. Lamber Engelen
Lamber moest ook voor zijn nummer gaan dus verplicht en een broer van Wim die al weg was Lamber was ingedeeld als monteur van voertuigen (Genie)
4. Huub Brorens
Huub ook voor zijn nummer dus verplicht
5 Frans Willems
Frans Willems was ook bij het onderdeel stoottroepen zie embleem wat voor een onderdeel weet ik niet maar volgens de familie Java
6 Tjeu Fredrix
Dit embleem hoorde bij de stootroepen dat kan men zien op zijn mouw en aan de kleding zij droegen meestal Amerikaanse of Engelse oorlogskleren zij vertrokken vanaf Engeland naar Indië hun gebied was meestal Palembang er was een 7 en 8 bataljon maar beiden zijn er geweest.
7 Pie van Es
Foto : Pie Van Es hij was ingedeeld bij de marine hij zat op de boot genaamd Hr.Ms. Evertsen 1946-1962 een torpedobootjager
8. Harrie Hermans
Links ziet u 1944 staan volgens zijn zoon Peter was Harrie zijn vader met de Amerikanen na de oorlog opgetrokken tot Berlijn zo ook zijn broer Frits Hermans die hij pas terug zag in Luik op het station Frits was gewond en zijn toen samen naar huis gekomen. Daarna is Harrie als vrijwilliger naar Indië vertrokken bij het onderdeel de stoottroepen
Foto : Het verlaten van het station Rotterdam 1946 rechts Pie Van Es ik denk dat deze foto ook genomen is voor het vertrek naar Engeland
Bij Gus Cobben vond ik nog wat foto’s van voor zijn vertrek met wat vrienden uit de straat .
Wat mij in de diverse gesprekken is bijgebleven is dat het voor de betrokkenen vooral een ‘zwijgoorlog’ was. Onderling werd er nauwelijks over die periode gesproken, met derden eigenlijk helemaal niet. Een van de redenen was, naast alle eigen traumatische ervaringen, de negatieve publicaties die later in de pers verschenen, met name over de wreedheden die onder Nederlandse vlag waren begaan. Maar helaas heb ik nog nooit van een mooie schone oorlog gehoord zo ook bij deze was het niet veel beter .
Voor dat ik met Gus in gesprek ging wilde ik me eerst inlezen in een paar boeken hier onder is er een van
Dit boek beschrijft de situaties en gebieden waar oom Gus is geweest en de omstandigheden wat ze tegen kwamen.
Naamgeving 7 December Divisie
foto Hare Majesteit Koningin Wilhelmina in een rede voor het front van de eerste Divisie te Assen op donderdag 29 augustus 1946
De naamgeving van de divisie, ‘7 December’, verwijst naar de radiorede van koningin Wilhelmina op 7 december 1942. Hierin zegt zij een hervorming van de koloniale verhouding tussen Nederland en Indië toe na afloop van de Tweede Wereldoorlog.
Voor de gewone soldaten gold dat zij ginds een aantal mooie jaren van hun leven hebben gegeven. En dat kort na afloop van de Tweede Wereldoorlog die zij als tiener bewust hadden meegemaakt. Tijdens de oorlog was er met name voor deze categorie jongeren niks, en voor de jaren na de oorlog was de situatie al niet veel beter.
Zij die dachten in een ver land ‘op avontuur’ te kunnen, kwamen bedrogen uit. Men had geen notie van het land, zijn inwoners, het conflict. Soms was men nog zelden buiten het dorp geweest ; de zee had men nog nooit gezien.
Om het verhaal van de Indiëgangers in perspectief te plaatsen volgt hieronder een korte beschrijving van de geschiedenis van het conflict.
Enkele dagen na de capitulatie van Japan (15 augustus 1945) riepen Soekarno en zijn nationalistische medestanders de onafhankelijke republiek Indonesië uit. Nederland wilde aanvankelijk het (vooroorlogse) koloniale gezag herstellen; later, onder meer door diplomatieke druk van de Britten en de Amerikanen werd ingestemd – na een korte overgangsperiode – met een vorm van onafhankelijkheid, waarbij de nieuwe staat verbonden zou blijven met Nederland.
De nieuwe republiek wilde echter volledige onafhankelijkheid, los van Nederland. De strijd om de onafhankelijkheid laaide op en Nederland antwoordde hierop met troepenopbouw en met een tweetal ‘politionele acties’.
vertrek van 7 december divisie
Deze film is niet 3-14I waar Gus is mee gereisd maar geeft wel een beeld hoe het ging
foto : gemaakt in Maastricht dit is een onderdeel van 3-14-RI Gus Cobben voor hun was geen afscheid op het station maar hier,de rest was alles afgezet door MP bang dat ze weg liepen
De boot Johan de Witt
Gus wilde niet gaan maar viel onder de dienstplicht. Na hem waren boeren of boerenzonen vrij gesteld omdat in Nederland de landbouw hersteld moest worden.
Gus zei steeds: ze hadden die mensen hun land moeten terug geven; we hadden daar niks te zoeken; het was van hun.
Hij en die anderen zijn vertrokken vanuit Maastricht, meestal vanuit de Tapijnkazerne, waarna het richting Amsterdam ging. De bootreis naar Indië met de “Johan de Witt” duurde van 22 oktober 1946 tot 21 november 1946.
De laatste minuten voor vertrek in Maastricht het was ongeveer twintig minuten lopen tot aan het station. Op ieder kruispunt en invalswegen stond militaire politie (MP) zodat ze niet konden weg lopen. Onder MP bewaking gingen ze de trein in en de deuren werden gesloten.
Maar ze lieten het er niet bij zitten. De soldaten draaiden de couperaampjes open en gingen met sigaretten en chocolade gooien en toen brak de hel los. Van alle kanten kwamen mensen naar de trein gerend, men kroop erop, er werd geschreeuwd door de bewakers maar dat verhoogde alleen maar de feestvreugde. Deze chaos herhaalde zich op ieder station waar de trein stopte.Eenmaal in Amsterdam was de lol er af. Alles stond vol met MP en iedere coupe moest een voor een uitstappen en de boot op. De laatste goede gave van de regering bestond uit twee pakjes Camel, twee gevulde koeken en een bekertje limonade. De meesten van de Limburgers hadden nog nooit een boot gezien van deze omvang, vaak nog geen zee. Er was een muziekkorps dat het Wilhelmus speelde maar dat werd door de Limburgers beantwoord met het “waar in het bronsgroen eikenhout”. Het onvrijwillig avontuur was begonnen voor meer dan twee duizend man; geen privacy, slapen met 400 man in één ruimte in hangnetten. Gus vertelde ‘het was een hel’. Geen enkel rust, steeds mensen in beweging naar de geïmproviseerde latrines, zeeziekte en malaria tabletten slikken waar je dood ziek van werd. Het niet aflatende geluid van ronkende motoren: men sliep onder de zeespiegel en het schip was helemaal niet ingericht voor zoveel man. Er stond een lange rij wc- potten waarop men onbeschut en te kijk voor iedereen zijn behoefte kon doen. Op 1 november aankomst bij de haven van Port Said,en deze verlaten hadden voeren we het Suez-kanaal binnen waar de bebouwing ophield en het kanaal door de woestijngebied liep,zagen hun taferelen zoals ze die kenden uit de platenbijbel: herders in lange jurken met hun schapen ,karavanen met zwaarbepakte kamelen. Op 3 november werd de evenaar gepasseerd; de tempratuur steeg zodanig dat men op het dek kon slapen. De eerste kennismaking met Indië was op het eiland Sabang en dan eindelijk na 31 dagen op het krakend schip kwamen de troepen aan in de haven van Tandjong Priok.
aankomst Tandjong Priok na 31 dagen
(Over)leven in Indië
Eenmaal daar gekomen moesten de soldaten wennen aan de hitte, de onherbergzame gebieden met veel water en erg slechte wegen. Gus zei: ik wilde overleven en naar huis, maar dat duurde voor hem drie jaar.
De soldaten moesten eindeloos patrouilles lopen. Uit achtergebleven lijstjes blijkt dat er in één jaar meer dan twee duizend overdag en een dikke zeshonderd ‘s-nachts patrouilles werden gelopen; niet in motorvoertuigen maar te voet over de bergen, over spiegelgladde sawa-dijkjes, door kalis, door de blubber en vuiligheid met de gloeiendhete zon boven je of in de stromende regen
Foto bij het kruisje staat Harrie Hermans hij loopt hier een patrouille op de foto stond Brangkal in dat is volgens alles in Modjokerto oost Java
Geen onderdelen, dus was het vaak behelpen. De Britten, die die tijdelijk het gezag hadden in Nederlands-Indië, lieten materieel en kleren etc. achter waar de Nederlanders het vaak mee moesten mee doen. Oom Gus zei altijd: je had twee maten: of te klein of te groot. Materieel was op het laatst allemaal kapot, nieuwe onderdelen kwamen er niet. Er zijn gevallen bekend dat de troepen met eigen geld onderdelen bestelden in Nederland.
foto : meestal behelpen met die voertuigen
De verblijfplaatsen van een Bataljon van de Nederlandse soldaat was meestal een oude thee- of rubberfabriek. Kleding was schaars; vaak niet meer dan een korte broek, sokken en laarzen.
foto Gus Cobben in de auto van de vroegere rubber plantage (Nederlands Indisch Rubber Uitvoer Bureau)
Een van de belangrijkste zaken waar de soldaten naar uit keken was post van het thuisfront. Foto’s werden uitgewisseld, sigaretten werden gesmokkeld. Een brief van thuis betekende meer dan alle kranten en tijdschriften. Brieven vormden een band, een doel, een vast punt in de toekomst .Maar vaak kregen ze ook slecht nieuws en ook dat moest men zien te verwerken. Er was een comité in Elsloo dat dit allemaal voor hun coördineerde.
foto Indië comité Elsloo 1 Huub Brorens 2 Huub Notten 3 Huub Frederix 4 pastoor ? 5 Harrie Wouters 6 Sammy Martens 7 Sjeng Peters 8 Rieka Verboort 9 Mien Geven 10 May Houben 11 Gerda Bours 12 Lies Bours 13 Til Peters 14 Wies Willems 15 Mien Hermans 16 Graat Bours 17 ? Frederix 18 Lies Franssen 19 ? 20 Til Hermans 21 Christien Beckers 22 Naard Houben ? 23 Jac Neutelings 24 ? Geurts 25 ? 26 Cor Engelen. Huub Notten staat op deze foto hij wilde gaan maar op het laatste moment werd dat ingetrokken terwijl Huub Brorens net terug was
1949 krantenknipsel
foto : Pie van Es schrijft een brief naar huis; hij kreeg zelf een triest bericht dat zijn moeder was overleden ik denk een traumatische gebeurtenis
Een stukje van de brief die Pie naar huis stuurde je moet het maar kunnen verwerken
Foto : Van huis uit werden ook foto’s verstuurd. Deze kwam van de familie Cobben uit de Daalstraat voor Gus : vanaf links An Cobben, Sjeng Cobben, Sjaak Cobben en Cornelia Cobben-Lenaerts
Foto : Harrie Hermans stuurde deze foto naar huis met de tekst: ‘even een kokosnoot, die zal wel smaken Jan de aap, Tjermee 29 0ktober 1946’
Het ‘salaris’ was voor een soldaat ongeveer 54 gulden per maand. Daar moest alles van betaald worden: sigaretten, bier, jenever, limonade, schoensmeer, koekjes, en als men kledingstukken kwijt was moest ook dat zelf betaald worden. Een extra stuk chocolade kostte 60 cent, in Nederland vijf cent. Enkele dagen per jaar konden de soldaten op verlof naar de stad. Maar ja wat moest je daar doen als je geen geld had dus dat liep ook vaak op niks uit. Sport, meestal voetbal, was soms een verzetje.
Clubje van Pie Van Es links boven
Foto Pie van Es
Foto : Gus Cobben met zijn club, onderaan in het midden met ‘plopperpetje’ .
De voedselvoorziening
Gus vertelde me de eerste maaltijden was een ramp de eerste kennismaking met het Indische gerecht was niet opwekkend. Er werden twee broodmaaltijden per dag verstrekt met ingevoerd meel werd ter plaatse gebakken en dus vers. Maar er waren tijden met veel insecten die zich in het meel bevonden en sommige dachten dat ze krentenbrood kregen maar dat waren vliegen. De Hollandse koks waren niet eigen met de in Indië gebruikelijke wijze van bereiden. Dus gingen ze maaltijden maken met aardappelen maar die hadden ze niet in dit land dus werd dat ingevoerd maar dan gedroogde Amerikaanse aardappelpoeder. Maar dit noemde we betonspecie of blubber .Later verbeterde de maaltijden regelmatig vertelde Gus me, schoten een paar jagers die bij hun gelegerd waren varkens die de rijstvelden overhoop haalden en de bevolking dit zeer op prijs stelde en omdat Indië een moslim land is aten hun die niet op. De bevolking maakte voor ons soms de maaltijd klaar op hun wijze met dat varkensvlees we kwamen dan een paar kilo bij zei hij.
foto: het geschoten varken
foto De rijstafel die voor hun werd klaar gemaakt
Gus vertelde me de naam pikkedonker dat het daar van toepassing is je zag echt niks meer als je wacht had . Dan brak je het zweet uit van de angst en was je blij als de zon op kwam. Als ze goederen moesten halen, Meel , eten etc. dan gingen ze meestal met een drie tonner en een jeep met bemanning meestal met een brenschutter en dan was er gevaar. Je kon zomaar beschoten worden van achter door een pelopor of pelopper ( Indonesische antikoloniale strijders) die zich verscholen hielden in een boom en hij herinnerde zich dat dit daadwerkelijk voorviel met een dodelijke afloop van de brenschutter.
Twee jaar tropendienst is geen kleinigheid en is de soldaten erg zwaar gevallen. Twee jaar zware marsen maken, in de hitte klimmen en dalen door de bergen, met natte kleren lopen, leven onder de meest primitieve omstandigheden in wankele kamponghutten, in tochtige en vochtige loodsen, in smoorhete tenten. Vechten tegen malaria, dysenterie, ringworm en avitaminose. Met grote zorgen verlangend naar huis. ‘Twee jaar is het uiterste’ verklaarden de doktoren, ‘ alles wat mensen hier langer zitten is trekken van een onverantwoordelijke wissel op hun gezondheid’. Velen, waaronder Gus , zijn er drie jaar geweest.
Waar hebbe ze hun diensttijd door gebracht
Foto Wikipedia Nederlands Indië
De meeste jongens waren gelegerd op het eiland Java drie keer zo groot als Nederland van sommige weet ik de plaats waar ze waren
Wim Engelen was in Samerang , Gus Cobben onder Jakarta toen Batavia , Pie Van Es in Surabaya,Harrie Hermans was gelegerd in midden en oost Java en Surabaya , Lamber Engelen was in Palembang, Tjeu Frederix zou ook in de buurt van Palembang (Sumatra tien keer zo groot als nederland ) zijn geweest daar was een oliebron van de rest weet ik helaas niet hun verblijfplaats in Indië. Ik heb nog een aantal foto’s van familie van de Indiëgangers gekregen wat ik hier onder plaats en als ik er wat vanaf weet schrijf ik het erbij.
Piet Schepers links en rechts Pie Van Es het was de bedoeling dat Pie met Harrie Hermans als vrienden naar Indië zouden gaan maar ze werden uit elkaar gehaals Pie moest naar de marine en Harrie werd bij de stoottroepn gelegerd als Hospik is een informele militaire benaming voor medisch en verpleegkundig personeel. Meestal wordt met hospik een militaire gewondenverzorger van de geneeskundige dienst bedoeld. Een belangrijke beroepsgroep onder de “hospikken” bestaat uit Algemeen Militair Verpleegkundigen (AMV’ers).
Rechts Lamber Engelen ze waren inkopen gaan doen op de Chinese markt in Palembang 29-08-1948 Lamber was bij de de genie wordt regelmatig ingezet in missies in het buitenland voor het openhouden van routes (mobiliteit), het bouwen en onderhouden van kampen voor eigen troepen en humanitaire taken.
Huub Brorens als eerste ik denk dat deze foto in de opleiding is gemaakt
Harrie Hermans rechtse stuurde deze kaart naar huis volgens alles in Tjermee 1946
foto Harrie Hermans in actie als hospik hij biedt hier humanitaire hulp aan de inlandse bevolking dit kwam heel veel voor ze hielpen hun vaak met veel ziektes zoals malaria etc.tegen te gaan
torpedo jager Hr.Ms.Evertsen 1946-1962 waar Pie van Es zijn dienstijd heeft op doorgebracht en heb ik nog wat fotos van hem aan boort
Pie van Es in het midden op de boot aan de kledij te zien al in indie
derde van links Pie van Es
Het Neptunusritueel is het wereldwijd voorkomende gebruik van zeelieden dat wordt uitgevoerd wanneer een bemanningslid of een passagier voor de eerste maal de evenaar oversteekt of dit Pie is is moeilijk te zeggen maar zat wel in zijn album .
Pie van Es was bij de koninklijke marine
Rechts Wim Engelen in Samerang
Wim Engelen
De oostganger zoals ze zich ook vaker noemde 1947 Gus Cobben
Onafhankelijkheidsstrijders (T.N.I.) werden ontwapend. Foto Gus Cobben
De brenschutter zijn aparte jongens, zij zijn anders ,zij verschillen enorm van de gewone tirailleurs,de geweerschutters . De vuurkracht van een Bren is tienmaal groter dan van een gewone Lee-Enfield . Daarom zijn Brenschutters dan ook heel trots op hun wapen .Het wapen weegt ongeveer tien kilo exclusief de patroonmagazijnen. Een brenschutter vertelde me Gus was voor hun een van de belangrijkste soldaten die voor hun op ging . foto Gus Cobben
foto Harrie Hermans was Hospik is een informele militaire benaming voor medisch en verpleegkundig personeel. Meestal wordt met hospik een militaire gewondenverzorger van de geneeskundige dienst bedoeld. Een belangrijke beroepsgroep onder de “hospikken” bestaat uit Algemeen Militair Verpleegkundigen (AMV’ers) Maar Harrie was ook een brenschutter foto links
Foto Harrie Hermans helemaal rechts met zijn Bren het wapen dat hij mee droeg de driepoot en patronen zo vertelde Peter zoon van Harrie droeg iemand anders .
midden Gus Cobben hij zat bij de verbindingen dit is in Lodji
Huub Brorens op de boot er naar toe of naar huis
Wim Engelen met zijn tropen uniform
De bekende blauwe kist waar alles inzat wat hun dierbaar was .
Tabinta is de boot waar Gus mee naar huis kwam. Het nummer 250605077 heeft de volgende betekenis: Gus was van 1925 dus 25 en zijn geboorte datum 5 juni en dan drie cijfers. Op deze manier kan in de archieven van de inschepingen worden gezocht.
Sint Vincent de beschermheer die Gus Cobben altijd bij zich droeg
Links en rechts ziet men de plaatsen waar Gus Cobben gelegerd was en waar ook de thee en rubber plantages waren uitleg over het embleem E.M. volgt hieronder en het embleem links ervan is Concedo nulli, soms afgekort als Cedo nulli alsook Nulli cedo, is een Latijnse uitdrukking dat letterlijk “ik wijk voor niemand” betekent. De uitdrukking is vooral bekend geworden als de lijfspreuk van Desiderius Erasmus die de uitdrukking interpreteerde als een continue herinnering dat iedereen ooit zal moeten sterven.
Dit zijn de insignes van Gus Cobben uit zijn diensttijd.
1
Het embleem van de Eerste Divisie “7 December” bestond uit het stadswapen van Batavia – een zwaard met lauwerkrans op rode ondergrond – waaraan waren toegevoegd de letters EM van Expeditionaire Macht.
Het Ereteken Orde en Vrede is bedoeld voor militairen van de 3 krijgsmachtonderdelen en van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Zij moeten in Nederlands-Indië en de aangrenzende zeegebieden tussen 3 september 1945 en 4 juni 1951 ten minste 3 maanden in werkelijke dienst zijn geweest. Het ereteken wordt uitgereikt door de minister van Defensie. Ze kregen voor ieder jaar een ster en een brons plaatje met het jaartal.
Het zakmes
Enkel getuigschriften oorkondes van Gus Cobben
Een herrinering van zijn diensttijd op Java Gus Cobben
In 1950 kwamen de meeste naar huis en hoe dat weet ik niet van allemaal de meeste met de boot, maar dat verschilt van Gus weet ik het, maar nogmaals als er mensen zijn die meer inlichtingen hebben van hun familie dan plaats ik dat erbij.
De Tabinta de boot waar Gus Cobben mee naar huis kwam.
Nick Hendriks vertelde hij woonde toen naast Gus dat hij had meegemaakt hoe ze hem hebben binnen gehaald met paard en wagen en zei Gus was helemaal bruin van kleur en zag er goed uit ik vond dat toen geweldig om mee te maken. Gus zelf vertelde me dat het die dag regende en zijn moeder zei kijk eens hoe het regend en dacht ik zei hij ze moesten eens weten .
1950 krantenknipsel
Dit kregen ze als aandenken van Indie-comite Elsloo bij thuiskomst .
Ik heb geprobeerd een kleine impressie te maken van de Indië-gangers uit Catsop die toch drie jaar van hun leven hebben geven voor hun vaderland ze kregen voor die drie jaar 400 gulden . Ik ben bewust niet ingegaan op de acties die ze moesten uitvoeren dat kan ieder voor zich zelf opzoeken. Ik kan ook niet zeggen dat het allemaal bij iedereen hetzelfde is verlopen zoals bij Gus .Toen ze terug kwamen was eigenlijk geen opvang voor hun geregeld het werk wat ze hadden was meestal al door andere bezet ,daarbij voor vele de traumatische verwerking niet altijd is verlopen zoals het had moeten zijn en dit eigenlijk hun hele leven hebben mee gedragen. Wat me ook opviel is dat sommige iets van de wereld hadden gezien en wilde eigenlijk verder zoeken maar ze zijn wat ik weet toch allemaal in de buurt gebleven en hebben het gewone leven weer opgepakt.
Ik wil dan ook iedereen bedanken die hier aan heeft mee gewerkt zonder jullie was dit niet gelukt.
De familie Engelen familie Cobben familie Van Es familie Willems Familie Frederix familie Brorens Familie Hermans en Wiel Mesters
Een toevoeging van Marlie van de Venne haar vader schreef gedichten over de reis en zijn ervaring over Indië
Van deze foto weet ik helaas niet het jaartal en of deze wagen van de buurtvereniging was maar de meeste catsoppenaire op de foto zijn bekend . Zo te zien beelden ze hier een ziekenhuis uit met verpleegsters als iemand hier meer van weet laat het weten dan zet ik dat er bij.
Na de hohnerband ontdekte ik nog een band maar ik denk zonder naam het is bij Frits Cobben achterom en ze hadden plezier in hun optreden of die ooit heeft plaats gevonden en waarom ?
1 op de drum Frits Cobben 2 op de accordeon Harrie Van Es 3 accordeon Edgard Lavain 4 accordeon Sjef Vranken 5 Tuba Toon Van Es 6 Bas kan Herman Van Es zijn of Huub Brorens ?
1 Nick van Es 2 Jan Wanten 3 Jan Houben 4 Piet Coupier 5 Lei Geurts 6 Harrie Hermans 7 Nico Wouters 8 Harrie van Es 9 Marthe Steps 10 Harrie Scholtes
De oorsprong van de Hohnerband ligt in Catsop. De oprichters waren Harrie Van Es en E. Ehlen. Deze laatste was niet van Catsop maar werkte met Harrie bij het spoor; zij bedienden de spoorbomen .De oprichting van de band zal ongeveer rond 1950 zijn geweest. An Daemen (An van Toon) vertelde dat ze verkering had met Toon, een broer van Harrie en medemuzikant. Toon was toen een jaar of zestien. De groep speelde heel veel maar ze maakten niet alleen muziek maar hadden ook sketches en maakten grapjes; ze hadden een compleet revu programma .De Band had deze naam omdat ze mondharmonica’s ( destijds ook wel mondorgels genoemd) speelde van het merk Hohner. Later breidden ze dat uit met verschillende andere instrumenten. Ze traden op verschillende podia op ze hadden een tiental revues per jaar .
De mondharmonica van Toon van Es nog altijd in het bezit van de familie, op het ogenblik bij Jo Van Es, een zoon van Toon (en je mag er alleen maar naar kijken). Hij is nog steeds trots op dit bezit.
1 E.Ehlen 2 Frans Frederiks 3 Toon van Es 4 Jan Houben 5 Nick van Es 6 Jos van Hees 7 Piet Coupier 8 Harrie Van Es 9 Marthe Steps
De basgitaar die Marte Steps hier bespeelt was ‘eigen fabricaat’. An van Toon vertelde dat ze ook verschillende mensen hadden die achter de coulissen hielpen met opbouwen. Ze noemde namen Louis Huiveneers, Gerrit Gelissen en Andre van Hees (elektro) . Ook het decor hadden ze zelf gemaakt. Harrie Hermans zorgde voor het schilderwerk en dat heeft hij nog lang gedaan voor de buurt. Maar Harrie was ook zeer lenig. An vertelde dat hij allerlei fratsen op het toneel uithaalde waar hartelijk om gelachen werd. De revue werd Kop-op genoemd. Er werden Hawaï- nummers gespeeld met de elektrische gitaar (zie foto E.Ehlen. Frans Frederiks had bij het optreden van de revue een andere naam, hij noemde zich Freddy Frix. Hij knoopte het programma op een humoristische wijze aan elkaar met grapjes. Voor de revue Kop-op had Harrie Hermans een apart decor ontworpen voor zijn cowboy scene. Zo vader … . De zang werd bij deze revue verzorgd door Nick, Harrie van Es en J.Wanten en vomde aldus dus een van voorloper van de revue die we nu kennen in Elsloo .
An vertelde dat er vaak geoefend werd bij Jos van Hees achter in de winkel. Hij zorgde ook voor het elektrisch gedeelte zoals de verlichting. Math Steps vertelde dat ze ook wel eens oefenden bij hem thuis, Op den Dries.
1 Frans Frederiks 2 Jos van Hees 3 Jan Houben 4 E.Ehlen 5 Toon van Es 6 Harrie van Es 7 Piet Coupier 8 Nick van Es. Marthe Steps hadden ze er uit geknipt want ze hadden de foto voor iets anders nodig .
Zie ook onderstaande krantenartikelen .
02-01-1952
17-10-1952 revue Kop-op
19-11-1952 helemaal onder aan Jan Van Makske (Jan Wouters) ook een Catsoppenair dit waren meestal avonden voor een goed doel voor het Anjerfonds
30-05 1952 de jaarvergadering u ziet ze hadden 10 revue uitvoeringen op een jaar door limburg .
01 -02 -1954
27-05-1955
Mijn grote dank gaat uit naar
Fam.Van Es (An van Toon) fam.Houben Wiel Mesters Huub en Tiny en Alber en diegene wat ik vergeten ben
De jonkheid Catsop en Elsloo organiseerde in 1933 een carnavals optocht en stelde zich op zoals het nu ook altijd is in Catsop en er zijn in die tijd een aantal foto’s gemaakt de meeste foto’s zijn in de daalstraat genomen bij Dols voor er is zelfs een reclame wagen bij je kan nog sommige bedrijven aflezen helaas is het me niet gelukt om de foto’s van namen te voorzien sommige wel dus zijn er mensen die hier meer van weten laat een bericht achter. Ik denk zelf dat dit een van de eerste carnavals optochten is maar dat kan ik niet bevestigen wie weet waren er nog eerder . Maar is een leuke serie het begon met een ,en toen vond ik er nog meer alle wagens nog met paarden vooruit getrokken .
Dit zouden de heren kunnen zijn van de organisatie van de optocht zo te zien hadden ze wel een flinke sigaar aan 1 Nick Voncken 2 ? 3 Kees Kroon 4 ? het bestuur bestond toen uit de heren Vonken,Reubsaet en Notten
1 Kees Kroon
De reclame wagen , deze bedrijven wat op de wagen staan zorgde voor de sponsering en die rechtse lijkt op Meijers maar dat is maar een sugestie .
Een van de wagens
1 Harrie Reubsaet 2 Notten 3 Sjeng Schepers deze wagen was van Catsop en stelde voor Familie Steinbach
dit is zou de jonkheid van de stationstraat kunnen zijn derde van rechts herken ik Kees Kroon met zijn echtgenote rechts naast zich